Erfdeling |
18 |
1176 f.202 zondag Letare 1381 n.st.
Deling der goederen van Reijner Palart en diens vrouw Metta;
o.a.
Voor Bruysten Reijner Palaert: De helft van een hoeve bij Creijtenmolen. (de andere helft was van Gerit Wanghe). Voor Jan, zoon van Nolleken de verver en Arnt Sceijdemaker,(schoonzoons van Reijner Palaert). een hoeve in de parochie Oesterwijc tussen een goed van Gielis van Goerle en een erfenis van Peter Vannij; een cijns van 15 pond en een pacht van 3 mud rog uit de erfenis Cleppenscoer in de parochie Osterwijc; 38 schilling en 2 kapoenen, welke Lya Ludekensdochter betalen moet uit 3 buunder beemd in Udenhout; 5 pond en 4 kapoenen, welke Herman vanden Ham betalen moet uit 4 buunder rogland in Udenhout; 7 pond en 4 kapoenen uit de erfenis "Ermgard Piggen lant" in Udenhout; 21 schilling en 1 kapoen, welke Wouter Fyen soen betalen moest uit een erfenis in Udenhout. (lasten: Bruijsten moet uit zijn goederen betalen: 13 oude groten hertogcijns; 9 oude groten aan de priesters van St. Jan; 38 schilling aan dezelfde priesters; 10 schilling aan heer Tielman van Mulsel. Jan en Arnt moeten betalen: Een cijns van 28 pond en 16 schilling; 20 "capoen" en 20 pond was aan Deliana Coptiten; 9 oude grote schillingen, 3 groten en 12 penningen aan de erfgenamen van wijlen heer Jan Volkaert (cijns van Vosselaer! F.S.) een pacht van 1 mud rog aan Jacob Ghovije; een pacht van 1 mud rog, welke Jan van Woudrichem vroeger beurde). 'Moer ter plaatse genaamd Enscer blijft onverdeeld.
Bruijsten mag daar 6 vrachten turf en Jan en Arnt 12 vrachten turf steken. |
1-1-1381 00:00:00 |
onbekend |